Terug

Arbeidsintoxicaties en calamiteiten met giftige stoffen

Home

In 2024 werd het NVIC 1.229 keer gebeld over arbeidsintoxicaties, een stijging ten opzicht van 2023 (1.096 keer). Bij deze arbeidsintoxicaties waren 1.270 patiënten betrokken, met in totaal 1.380 blootstellingen aan toxische stoffen. De meeste arbeidsintoxicaties betroffen blootstellingen aan industriële chemicaliën (577 blootstellingen). Het NVIC werd in 2024 ingeschakeld bij 36 grotere (bedrijfs)ongevallen en calamiteiten.

Arbeidsintoxicaties uitklapper, klik om te openen

  • Het NVIC heeft een retrospectieve studie uitgevoerd naar acute, beroepsmatige incidenten met gevaarlijke stoffen, waarbij meerdere patiënten (>1, inclusief werknemers, hulpverleners en omstanders) waren betrokken [Wijnands et al. 2025].
  • Tussen 2016 en 2023 werden 516 incidenten met 1870 patiënten gerapporteerd aan het NVIC. Veel patiënten werden via meerdere blootstellingsroutes tegelijk blootgesteld; de meest voorkomende blootstellingsroute was inademing (89%). Patiënten werden vooral aan chemische verstikkingsmiddelen (n=156 in totaal), zoals bijvoorbeeld rook of koolmonoxide (CO), en zuren (n=151) blootgesteld. Incidenten met gevaarlijke stoffen deden zich met name voor in fabrieken of andere vaste locaties (n=447). Daarnaast ontstonden 49 incidenten tijdens het transport van chemische producten.
  • De meeste patiënten hadden bij het eerste contact met het NVIC milde tot matige symptomen, zoals hoofdpijn (20%), misselijkheid (12%), benauwdheidsklachten (12%), irritatie van de ogen (12%), irritatie van de slijmvliezen (11%) en duizeligheid (10%).

Uit de retrospectieve studie bleek dat niet alleen werknemers werden blootgesteld, maar ook omstanders en hulpverleners: in 9% van de gevallen was een hulpverlener (bijvoorbeeld een medewerker van politie, ambulance of brandweer) betrokken [Wijnands et al., 2025]. Onder hulpverleners bestaat bezorgdheid over hun eigen veiligheid tijdens ontsmetting, behandeling of vervoer van een met chemische stoffen gecontamineerde patiënt. Het NVIC heeft in 2024 het rapport ‘Eigen veiligheid in perspectief’ gepubliceerd [de Groot et al., 2024]. De conclusie van dit rapport is dat gecontamineerde patiënten slechts een zeer beperkt risico vormen voor hulpverleners. Ook bespreekt het rapport het proportionele gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen. Het Landelijk Netwerk Acute Zorg (LNAZ) en het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) hebben de bevindingen van het NVIC verwerkt in nieuwe richtlijnen voor de opvang en behandeling van patiënten na incidenten met gevaarlijke stoffen.

Calamiteiten uitklapper, klik om te openen

  • Bij de 36 grotere (bedrijfs)ongevallen en calamiteiten waren meer dan 200 personen blootgesteld. Dit is het aantal personen dat bij het NVIC bekend is; het daadwerkelijke aantal blootgestelde personen is vaak onduidelijk en kan hoger zijn geweest.

Bij (grotere) bedrijfsongevallen en calamiteiten zijn vaak meerdere personen tegelijk blootgesteld, en/of bestaat de kans op verspreiding van gevaarlijke stoffen in de omgeving. Vaak zijn dit incidenten op de werkvloer of tijdens transport-, overslag- en/of opslag, waarbij mens en milieu in contact komen met gevaarlijke stoffen.

Binnen de calamiteitenstructuur in Nederland heeft het NVIC een signalerende en adviserende rol. Bij calamiteiten kan het NVIC proactief te werk gaan om de opvang van chemisch besmette slachtoffers zo effectief mogelijk te laten verlopen. Binnen het NVIC kan worden opgeschaald om de medisch toxicologische expertise ook effectief in te zetten binnen het rampenbestrijdingsnetwerk.

Het NVIC is ook onderdeel van het Crisis Expert Team milieu en drinkwater (CET-md). Dit kennisnetwerk, gefaciliteerd vanuit het Departementaal Coördinatiecentrum Crisisbeheersing van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (DCC-IenW), omvat acht instituten. Het NVIC neemt deel als klinisch toxicologisch kenniscentrum. Het kan bij blootstelling aan gevaarlijke stoffen adviseren over mogelijke acute gezondheidseffecten, de medische behandeling van slachtoffers en de te nemen maatregelen om gezondheidseffecten voor individuen in de nabijheid van het incident te beperken. Ook kan het NVIC assisteren bij het uitgeven van antidota uit de nationale calamiteitenvoorraad van het RIVM.

Het NVIC heeft bij incidenten met gevaarlijke stoffen (IGS) regelmatig overleg met één of meerdere van de andere deelnemende kennisinstituten van het CET-md.

Bedankt voor uw reactie!

Heeft deze informatie u geholpen?
Graag horen we van u waarom niet, zodat we onze website kunnen verbeteren.

Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet