Terug

Hoest- en verkoudheidsmiddelen

Hoest- en verkoudheidsmiddelen

Nu het aantal COVID-besmettingen hoog is en verschillende verkoudheidsvirussen de kop opsteken, neemt het aantal vragen aan het NVIC over hoest- en verkoudheidsmiddelen toe. De meeste vragen gaan over volwassenen die een te hoge dosis hebben gebruikt, of kleine kinderen die een middel te pakken hebben gekregen en in de mond hebben gestopt. Zo ontvangt het NVIC bijvoorbeeld vragen over neussprays tegen een verstopte neus.

Neussprays (decongestiva)

Neussprays tegen een verstopte neus zijn vaak zonder recept te koop bij de drogist en apotheek. Er zijn sprays verkrijgbaar op basis van zoutoplossing (NaCl). Deze kunnen over het algemeen weinig kwaad bij overdosering: zelfs als een klein kind een flesje van 20 ml in zijn geheel leegdrinkt, is de hoeveelheid zout die het kind binnenkrijgt te laag om gezondheidsproblemen te veroorzaken.

Er bestaan echter ook neussprays op basis van de zogenoemde sympathicomimetica, zoals xylometazoline. Na overdosering van xylometazoline worden in de praktijk zelden ernstige effecten gezien, maar soms kunnen jonge kinderen toch serieuze klachten ontwikkelen. In die gevallen ontstaan de toxische effecten al binnen enkele uren na overdosering. Er kan een verwarrend beeld ontstaan, waarbij stimulatie en depressie van het centrale zenuwstelsel elkaar afwisselen. Mogelijke symptomen zijn onder andere angst, opwinding, versnelde hartslag en hoge bloeddruk, maar ook slaperigheid, daling van de lichaamstemperatuur, trage hartslag, lage bloeddruk en coma kunnen voorkomen. Voor informatie over de toxische effecten en behandelmogelijkheden, is de monografie over xylometazoline te raadplegen via www.vergiftigingen.info.

Hoestmiddelen 

Naast neussprays, ontvangt het NVIC ook vragen over hoestmiddelen. Er bestaan verschillende typen hoestmiddelen, bijvoorbeeld de slijmoplossende middelen (mucolytica). Deze middelen maken het slijm in de luchtwegen dunner, waardoor het makkelijker wordt het slijm op te hoesten. Voorbeelden van slijmoplossende middelen zijn acetylcysteïne, broomhexine en carbocisteïne. Over broomhexine ontvangt het NVIC de meeste vragen. Bij overdosering van dit middel worden geen ernstige effecten verwacht, maar er kunnen wel maagdarmklachten optreden. Sommige broomhexinedranken kunnen alcohol bevatten. Daarom moet men bij inname van een grote hoeveelheid broomhexinedrank door jonge kinderen alert zijn op een mogelijke alcoholvergiftiging.

Een ander type hoestmiddelen zijn de hoestprikkeldempende middelen (antitussiva). Dit zijn bijvoorbeeld codeïne, dextromethorfan en noscapine. Deze middelen verminderen de hoestprikkel bij prikkelhoest, waardoor men minder gaat hoesten. Binnen deze groep gaan verreweg de meeste vragen aan het NVIC over codeïne. Bij overdosering van codeïne kunnen binnen enkele uren toxische effecten optreden. Het middel werkt op de opioïde receptoren, waardoor depressie van het centrale zenuwstelsel kan ontstaan. In ernstige gevallen kan dat leiden tot bewustzijnsdaling en onderdrukking van de ademhaling.  

Voor meer informatie over de toxische effecten en behandelmogelijkheden bij overdosering van hoest- en verkoudheidsmiddelen, kunt u terecht op www.vergiftigingen.info. U kunt tevens telefonisch contact opnemen met het NVIC via 088-7558000.

Foto: Pixabay.com

Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet