Terug

Acute vergiftigingen

Acute vergiftigingen

Dagelijks komen mensen en dieren in aanraking met vele chemische stoffen; bijvoorbeeld geneesmiddelen, huishoud- en doe-het-zelf producten, cosmetica, drank en genotsmiddelen en bestrijdingsmiddelen. Bij normaal gebruik zullen deze producten geen problemen veroorzaken. Bij onjuist gebruik of een onjuiste hoeveelheid kunnen echter serieuze gezondheidsproblemen ontstaan. Denk bijvoorbeeld aan een kindje dat uit nieuwsgierigheid een slokje neemt uit een fles allesreiniger.

Per jaar ontvangt het NVIC ruim 43.000 telefonische informatieverzoeken over acute vergiftigingen bij mensen en dieren. Daarnaast wordt de website www.vergiftigingen.info per jaar nog eens circa 200.000 keer bezocht om informatie over vergiftigingen te raadplegen en/of de ernst van een vergiftiging te berekenen.

De NVIC jaaroverzichten geven een overzicht van de acute vergiftigingen waarover het NVIC is geraadpleegd en de ontwikkelingen die daarbij zijn gesignaleerd.

Telefonisch informatieverzoek uitklapper, klik om te openen

Een arts die het NVIC belt, wordt te woord gestaan door één van de informatiespecialisten van het NVIC. Zij zijn gespecialiseerd in het beantwoorden van vragen op klinisch-toxicologisch gebied. Op basis van de vergiftigingsbeschrijving en lichamelijk onderzoek geven zij aanvullende informatie over de aard van de betrokken stoffen, de te verwachten gezondheidseffecten bij een bepaalde mate van blootstelling en de mogelijke behandeling. De informatie wordt meestal gegeven in hetzelfde telefoongesprek waarin de vraag wordt voorgelegd. Indien nodig wordt later teruggebeld of kan nader overleg plaatsvinden met een medisch specialist van het NVIC.

De volgende gegevens zijn nodig bij een informatieverzoek (zowel telefonisch als via internet) aan het NVIC:

  • leeftijd en geslacht van de patiënt
  • lichaamsgewicht van de patiënt
  • naam van het product of de verbinding
  • na inslikken: ingenomen (geschatte) hoeveelheid en concentratie
  • na inademen of bij contact met de huid en/of ogen: de duur van de blootstelling en de concentratie
  • tijdstip van de blootstelling
  • symptomen en moment van ontstaan van de symptomen
  • indien relevant: reeds ingezette behandeling

Vergiftigingen.info uitklapper, klik om te openen

Via de website Vergiftigingen.info hebben professionele hulpverleners toegang tot een uitgebreide toxicologische database. Aan de hand van patiënt- en blootstellingsgegevens (zoals leeftijd en gewicht, product en hoeveelheid) kan een risicoanalyse van een vergiftigingsgeval gemaakt worden. Informatie over de ernst van de vergiftiging, het te verwachten klinisch beeld en de mogelijke behandeling wordt gegeven. Van de giftige componenten in de betrokken producten kan uitgebreide achtergrondinformatie geraadpleegd worden.

Zo nodig kunt u als medisch professional alsnog bellen met 088-755 8000 (24/7 bereikbaar) voor overleg met een informatiespecialist.

Dit is aan te raden indien:

  • Een product waaraan de patiënt is blootgesteld niet te vinden is op vergiftigingen.info.
  • Het een calamiteit betreft waarbij mogelijk meerdere personen zijn blootgesteld aan chemische stoffen of ioniserende straling.
  • Het gaat om een complexe vergiftiging met meerdere producten.
  • Meer uitleg gewenst is over het resultaat van de risicoanalyse met vergiftigingen.info.

Veelgestelde vragen bij gebruik van vergiftigingen.info

Nationaal Serum Depot uitklapper, klik om te openen

Een slangenbeet, wat nu?

video qr code

In deze folder bevindt zich extra informatie door middel van een video. Scan de bovenste QR-code met uw telefoon om deze video te bekijken. Of bekijk de video via:

De antisera voor de behandeling van beten en steken door giftige dieren zijn sinds 2008 ondergebracht in het Nationaal Serum Depot, een samenwerking tussen het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het NVIC. In het serumdepot liggen diverse antisera opgeslagen voor de behandeling van ernstige vergiftigingen na een beet door bijvoorbeeld onze inheemse gifslang de Adder (Vipera berus), maar ook na een beet door exotische gifslangen, giftige spinnen of steken door giftige schorpioenen en de steenvis. Als na een beet- of steekincident toediening van antiserum is geïndiceerd, bestelt het NVIC dit in samenspraak met de behandelend arts. Het RIVM organiseert vervolgens een spoedtransport van het antiserum naar het ziekenhuis waar de patiënt is opgenomen.

Antidota uitklapper, klik om te openen

Er zijn verschillende antidota 24/7 te bestellen via het NVIC. Als toediening van een antidotum is geïndiceerd tijdens een acute intoxicatie, bestelt het NVIC dit in samenspraak met de behandelend arts. Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) organiseert vervolgens een spoedtransport (eventueel met 'blauw licht') naar het ziekenhuis waar de patiënt is opgenomen. Niet gebruikte middelen kunnen onder voorwaarden (meegeleverd met het transport) worden geretourneerd. Transport- en geneesmiddelkosten worden doorberekend aan het ziekenhuis.

N.B. Deze antidota  opgeslagen in de calamiteitenvoorraad van het RIVM zijn niet bedoeld om ziekenhuisapotheken te bevoorraden voor regulier gebruik.

Overzicht antidota

Naam antidotumActieve stof
4-DMAP4-DMAP
Anticholium®Fysostigmine
Cyanokit®Hydroxocobalamine
DigiFab®Digoxine Fab-antilichamen
Dimaval®DMPS
FomepizolFomepizol
Voraxaze®Glucarpidase
Legalon SIL®Silibinine
Ca-diNa EDTACa-diNa EDTA
Succicaptal®DMSA
Toxogonin®Obidoxim
DTPADTPA
Radiogardase CsPruisisch blauw

Secundaire blootstelling uitklapper, klik om te openen

Een patiënt die besmet is met een gevaarlijke stof vormt geen groot risico voor medische hulpverleners. Normale hygiënische voorzorgsmaatregelen, zoals het dragen van schort en handschoenen, bieden in de meeste gevallen voldoende bescherming. Uitgebreidere (adem)bescherming is slechts zelden nodig. Het beperkte risico voor de hulpverlener door secundaire blootstelling is nooit een reden om levensreddende zorg uit te stellen, zelfs niet als de bescherming nog niet direct optimaal is.

Toch blijkt uit meldingen aan het NVIC dat de bezorgdheid onder hulpverleners over hun eigen veiligheid tijdens decontaminatie of behandeling van gecontamineerde patiënten de laatste jaren is toegenomen. Slachtoffers van alledaagse incidenten met bijvoorbeeld bestrijdingsmiddelen of corrosieve stoffen werden vroeger zonder problemen behandeld, terwijl er tegenwoordig vaak twijfel ontstaat over het risico voor de hulpverleners zelf.

Zorgen wegnemen over de eigen veiligheid is niet alleen belangrijk voor de hulpverlener zelf, maar ook voor de patiënt. Angst voor secundaire blootstelling kan namelijk leiden tot vertraging in de behandeling van de patiënt en zelfs tot vertraagde behandeling van andere patiënten, bijvoorbeeld door het onnodig sluiten van een SEH-afdeling.

Een uitgebreide literatuurstudie toont aan dat gezondheidseffecten bij medische hulpverleners na contact met een gecontamineerde patiënt zeldzaam zijn. Daarnaast zijn de gemelde symptomen mild, zelfs wanneer er zeer toxische stoffen bij betrokken zijn. Vaak is er sprake van uitzonderlijke omstandigheden, zoals het uitschakelen van ventilatie of gasvorming vanuit braaksel, waardoor blootstelling verhoogd kan zijn. Eenvoudige voorzorgsmaatregelen kunnen blootstelling grotendeels voorkomen. 

Raadpleeg voor meer informatie het reviewartikel of het NVIC-rapport ‘Eigen veiligheid in perspectief’. Een samenvatting is beschikbaar in de onderstaande videopresentatie.

Eigen veiligheid in perspectief

video qr code

In deze folder bevindt zich extra informatie door middel van een video. Scan de bovenste QR-code met uw telefoon om deze video te bekijken. Of bekijk de video via:

Slachtofferzorg na IGS

De nieuwe inzichten over het beperkte risico van secundaire blootstelling vormden voor het LNAZ de aanleiding om de leidraad 'Acute ziekenhuiszorg na incidenten met gevaarlijke stoffen (IGS)' (deel A en deel B) op te stellen. Deze leidraad biedt een uniforme werkwijze voor de opvang van slachtoffers en beveelt een PBM-set aan die voldoende bescherming biedt, snel kan worden aangetrokken en niet hindert bij medische handelingen. Daarnaast beschrijft de leidraad de benodigde faciliteiten, materialen en middelen, evenals de rollen en taken van hulpverleners tijdens decontaminatie, en de aanbevolen OTO-activiteiten.
Het Netwerk Acute Zorg Brabant heeft de online ‘IGS e-learning’ module ontwikkeld voor medische hulpverleners, die aansluit bij de nieuwe werkwijze.

Dezelfde inzichten zijn ook verwerkt in de NIPV-handreiking 'Samenwerking bij slachtofferzorg bij IGS', waarin de multidisciplinaire samenwerking bij de hulpverlening aan slachtoffers van gevaarlijke stoffen in het veld wordt beschreven.

Alle publicaties, inclusief de IGS e-learning, zijn op elkaar afgestemd en bieden een uitgebreide handleiding voor de voorbereiding en uitvoering van zorg bij incidenten met gevaarlijke stoffen, zowel prehospitaal als in het ziekenhuis.

Bedankt voor uw reactie!

Heeft deze informatie u geholpen?
Graag horen we van u waarom niet, zodat we onze website kunnen verbeteren.

Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet