Terug

Het NVIC en radioactiviteit, een stralende combinatie!

‘Help! Ik ben amateur horlogemaker en ik realiseer  mij opeens dat de oude horloges die ik repareer radioactief zijn! Wat nu? Ben ik besmet? Hoeveel straling heb ik nu opgelopen en wat betekent dat voor mijn gezondheid?’. Zomaar een vraag die wij als stralingsdeskundigen van het NVIC via de GGD binnen hebben gekregen.

Wanneer men het heeft over vergiftigingen denkt men vaak aan een kind dat een slokje van een schoonmaakmiddel neemt, overdoseringen met medicijnen, misbruik van drugs, een slangenbeet of bijvoorbeeld inname van toxische planten en paddenstoelen. Minder bekend is dat het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) ook informatie verstrekt over de gezondheidseffecten en behandelingsmogelijkheden bij blootstelling aan ioniserende straling en radioactieve stoffen. Specifiek voor deze taak heeft het NVIC vijf stralingsdeskundigen in dienst, waarvan 1 medisch specialist en 4 wetenschappelijk onderzoekers.

Vaak gaat het bij vragen over radioactiviteit en ioniserende straling om ongerustheid over een (vermoede) blootstelling. Het is hierbij belangrijk om een realistische inschatting te maken van de mogelijke blootstelling en het veelal beperkte risico hiervan duidelijk te communiceren.
Bij grotere stralingsincidenten kan zo nodig opschaling plaatsvinden via het Crisis Expert Team straling en nucleair (CETsn). Het CETsn is een kennis- en adviesnetwerk rondom de radiologische en gezondheidskundige gevolgen van (dreigende) kernongevallen en andere stralingsongevallen.
Het NVIC levert in deze structuur voor de centrale ‘adviestafel’ de Adviseur Gezondheid en neemt daarnaast plaats in het Radiologisch Expertiseteam Meten en Modelleren (REMM). Dit team bestaat uit kennisinstituten onder coördinatie van het RIVM. Als kennisinstituut adviseert het NVIC in het CETsn over maatregelen die genomen kunnen worden om de gezondheidsrisico's voor hulpverleners en burgers te beperken, zoals bijvoorbeeld over de maatregelen schuilen (binnen blijven en ramen en deuren sluiten), evacuatie (het gebied verlaten), innemen van jodiumtabletten en ontsmetting van radioactief besmette personen.

Het NVIC heeft verschillende stofmonografieën beschikbaar waarin informatie is opgenomen over het klinisch beeld en de behandeling wanneer blootstelling aan een radioactieve stof heeft plaatsgevonden. Dit onderwerp wordt in brede zin geïntroduceerd in de monografie ‘ioniserende straling’. Op de website www.vergiftigingen.info is een selectie van stofmonografieën beschikbaar die specifiek de eigenschappen van de meest gebruikte radioactieve stoffen beschrijven. Een voorbeeld hiervan is cesium-137, een belangrijk splijtingsproduct dat kan ontstaan in een kerncentrale. Ook wordt cesium-137 gebruikt voor industriële doeleinden, bijvoorbeeld voor het bepalen van de dikte van metaal en papier en voor de meting van vloeistofstromen in pijpen en opslagtanks. Mocht iemand inwendig besmet raken met cesium-137 dan valt in de monografie terug te lezen dat Pruisisch Blauw als ‘antidotum’ kan worden aangewend. Pruisisch Blauw bindt cesium in het maagdarmkanaal, waardoor het vervolgens met de ontlasting het lichaam verlaat en geen verdere schade meer kan aanrichten in het lichaam.

Terug naar de casus over radioactieve horloges. Inmiddels verboden, maar een kleine eeuw geleden was men zeer gecharmeerd van groen-oplichtende wijzerplaten in horloges, die hun mooie kleur in het donker verkregen door radium-houdende verf. Ja inderdaad, radioactieve verf dus! met als speciaal ingrediënt radium-226, wat vervolgens vervalt via verschillende stappen naar uiteindelijk niet-radioactief lood. Als gevolg van het verval van radium en haar vervalproducten (dochterproducten) wordt alfa-, bèta- en gammastraling uitgezonden, waarbij de alfastraling volledig wordt afgeschermd door de horlogekast. Door de uitgezonden gammastraling is er echter wel sprake van stralingsblootstelling bij het dragen van een radiumhorloge, zij het minimaal.

Maar hoe zit dat dan bij repareren, en dus openen van de horloges? Oude verf in radiumhorloges kan over de tijd bros zijn geworden en loslaten. Bij openmaken van een horloge kunnen hierdoor stukjes verf met radium vrijkomen. We hebben uitgerekend dat de mogelijke inwendige besmetting na het openen van enkele tientallen horloges, en de daarmee opgelopen stralingsdosis, wordt ingeschat als laag. Zelfs als wordt uitgegaan van ‘worst case’ aannames. Om de blootstelling in perspectief te plaatsen: het ondergaan van slechts een enkele CT scan van de buik levert een veel grotere stralingsbelasting op. In het kader van het ALARA ( ‘As Low As Reasonably Achievable’) principe in de stralingshygiëne, is het wel belangrijk om blootstelling aan ioniserende straling zo veel mogelijk te vermijden, om daarmee de mogelijke kans op ziekte op de lange termijn zo gering mogelijk te houden. Het wordt daarom afgeraden om radiumhorloges open te maken.

Deze website maakt gebruik van cookies

Deze website maakt gebruik van cookies Deze website toont video’s van o.a. YouTube. Dergelijke partijen plaatsen cookies (third party cookies). Als u deze cookies niet wilt kunt u dat hier aangeven. Wij plaatsen zelf ook cookies om onze site te verbeteren.

Lees meer over het cookiebeleid

Akkoord Nee, liever niet