Het NVIC doet wereldwijde studie naar intoxicaties
Het NVIC doet wereldwijde studie naar intoxicaties
De TOXIC-Europe studie is het afgelopen jaar als Europees project begonnen en gedurende een paar maanden uitgegroeid tot een wereldwijd project naast 22 Europese landen doen er inmiddels 16 landen uit het Midden-Oosten, Zuidoost-Azië, Centraal-Azië, Australië, Afrika en Zuid-Amerika mee aan deze studie.
De TOXIC-Europe studie is gestart om meer inzicht te krijgen op het klinisch beloop van patiënten met een intoxicatie op de spoedeisende hulp. Alle intoxicaties worden meegenomen in dit onderzoek waaronder intoxicaties met medicatie, drugs, chemische middelen, zware metalen en dierlijk gif. Het beloop van de patiënt wordt ingeschat met behulp van klinische gegevens van de patiënt die vanaf binnenkomst op de spoedeisende hulp verzameld worden, waaronder gegevens van het lichamelijk onderzoek, laboratorium uitslagen en het ECG. Door deze gegevens te modelleren met de computer proberen we de uitkomst van de patiënt te voorspellen.
Een model dat helpt bij het indelen van patiënten in risicogroepen kan een belangrijke bijdrage leveren aan de snelheid waarmee beslissingen kunnen worden genomen in acute situaties . Wanneer het risico voor de patiënt hoog wordt ingeschat, kan de arts besluiten de patiënt op de IC op te nemen. Als het risico van de patiënt juist laag wordt ingeschat, kan de patiënt overgeplaatst worden naar een algemene verpleegafdeling.. Dit is zowel voor de patiënt als voor de gezondheidszorg een stap vooruit.
Het voorspellen van het ziektebeloop van patiënten wordt prognostisch onderzoek genoemd. Dit type onderzoek wordt steeds meer uitgevoerd met behulp van computermodellen die de afgelopen decennia flink werden geoptimaliseerd. Om deze (computer)modellen te maken zijn veel gedetailleerde en betrouwbare data nodig. Zulke gegevens moeten uit onderzoek komen waarbij het vooraf voor iedereen duidelijk is welke gegevens er verzameld moeten gaan worden.
Dergelijke gedetailleerde data zijn erg beperkt beschikbaar. Ziekenhuizen verzamelen wel veel gegevens, maar iedereen doet dat net op een andere manier of gebruikt andere definities. Een tweede probleem is dat sommige zaken gegroepeerd worden waardoor details verloren gaan. Vaak beschrijven we dat iemand geïntoxiceerd is met bijvoorbeeld “party drugs”, maar de groep “party drugs is divers en sommige van deze drugs zijn levensgevaarlijk terwijl anderen een relatief mild effect hebben. Als je te weinig specifieke gegevens over een bepaalde toxische stof hebt, zijn voorspellingen voor het beloop van die specifieke intoxicatie onmogelijk om te maken.
Hoe meer data, hoe beter dus, maar dan heb je wel veel ziekenhuizen nodig om aan voldoende patiënten en daarmee gegevens te komen. Samenwerking met ziekenhuizen in Europa is dan noodzakelijk. Dat lijkt makkelijk, maar….
In theorie is het verzamelen van data uit andere landen technisch goed uitvoerbaar. Door harmonisatie van de Europese privacy wet (GDPR/AVG) zou ieder Europees land aan dezelfde hoge standaard moeten kunnen voldoen. In de praktijk echter gaat het een stuk lastiger. Landen opereren nog steeds binnen de kaders van plaatselijke culturele, rechtelijke en politieke overtuigingen. De lokale en nationale ethische goedkeuringen, contracten en wetten kunnen niet alleen per land verschillen, maar ook per regio. Het blijft dus een enorme uitdaging om al deze ziekenhuizen deel te laten nemen aan het onderzoek. Langzaam maar zeker dragen steeds meer landen bij aan de TOXIC-Europe studie. Nieuwsgierig geworden, kijk ook eens op www.toxicstudy.org
Intoxicaties zijn uiterst divers in oorzaak en beloop. Bovendien kunnen de uitkomsten enorm verschillen tussen landen. Wil je hier een voorspellend (computer)model voor ontwikkelen, heb je de inbreng van verschillende ziekenhuizen in verschillende landen nodig. Gelukkig tonen steeds meer landen interesse, maar nieuwe deelnemers zijn welkom.