Blauwalgen
Blauwalgen
Na een lange periode van warm weer en aanhoudende droogte, groeien in meren en plassen veel blauwalgen. Na zwemmen in water met veel blauwalgen kunnen huidklachten ontstaan en ook maagdarmklachten als er per ongeluk water wordt doorgeslikt.
Ernstige gezondheidseffecten bij mensen zijn niet snel te verwachten na blootstelling aan met blauwalgen verontreinigd water, doordat de meeste mensen terughoudend zijn met zwemmen in en zeker met drinken van troebel of stinkend water. Als er al gezwommen wordt in water met blauwalgen, wordt er doorgaans niet veel water doorgeslikt. Dieren, met name honden, lopen wel risico op een ernstige vergiftiging omdat zij soms oppervlaktewater drinken en ook niet terugdeinzen voor het opeten van stinkende drijflagen. Het NVIC ontvangt dan ook veel vragen over honden die tijdens het uitlaten drinken van water met blauwalgen en hier ziek van worden.
Blauwalgen heten eigenlijk cyanobacteriën en ze komen van nature voor in zowel zoet-, brak- als zeewater. Cyanobacteriën zijn niet altijd blauw, hun kleur varieert van groen, blauw-groen tot roodbruin. Wanneer de groeiomstandigheden gunstig zijn, kunnen ze zich sterk vermeerderen en ontstaat zogenaamde ‘algenbloei’. Gunstige omstandigheden voor blauwalgen zijn een watertemperatuur van 20-30°C, weinig licht (troebel water), weinig wind, weinig regen, weinig stroming en voedselrijk water. Onder dergelijke omstandigheden kunnen stinkende drijflagen ontstaan. Deze massale ophopingen van afstervende blauwalgen kunnen leiden tot zuurstofgebrek in het water, met als gevolg de dood van vissen en ander waterleven.
Bacteriën, maar geen infectie
Ziekteverschijnselen die kunnen optreden na blootstelling aan blauwalgen zijn het gevolg van een vergiftiging en niet van een infectie. De patiënt is bijvoorbeeld niet besmettelijk aangezien de cyanobacteriën na inname niet doorgroeien, maar dood gaan in het spijsverteringskanaal van een mens of dier. Als gevolg van het afsterven van de blauwalgen komen er gifstoffen vrij die de patiënt snel na de blootstelling ziek maken. Er is dus geen sprake van een incubatietijd zoals bij een infectie. Klachten na het zwemmen in buitenwater, kunnen behalve door blauwalgen ook door andere ziekteverwekkers veroorzaakt worden, denk aan zwemmersjeuk en fecale verontreiniging.
Op basis van de werking kunnen de gifstoffen uit blauwalgen onderverdeeld worden in: hepatotoxinen, neurotoxinen, cytotoxinen en irritantia. Voor details over symptomen en behandeling: zie NVIC-monografie Blauwalg op www.vergiftigingen.info.
Blauwalgen vermijden en melden
In Nederland worden regelmatige controles gedaan op de kwaliteit van buitenzwemwater.
Kijk voor u gaat zwemmen op de landelijke zwemwaterwebsite voor informatie over de zwemwaterkwaliteit van officiële zwemwaterlocaties. Ook huisdieren kunnen beter niet zwemmen in onveilig bevonden zwemwater! Vind een zwemplek | Zwemwater.nl
U kunt een vermoeden van blauwalgengroei direct melden bij het calamiteitennummer van het betreffende waterschap waartoe het verontreinigde buitenwater behoort. (zie bv. www.waterschappen.nl of www.uvw.nl waar je kunt doorklikken naar het waterschap in de betreffende regio voor het meldpunt en het calamiteitennummer).
In geval van Rijkswater (bv. Noordzee, IJsselmeer en de grote rivieren) bij Rijkswaterstaat melden op hun algemene nummer 0800-8002 (zie ook de website van Rijkswaterstaat, www.rws.nl)