Betere productidentificatie met de ‘Unique Formula Identifier’ (UFI)
Wanneer een gevaarlijk product (on)opzettelijk wordt ingenomen of verkeerd gebruikt, is het van groot belang om snel te weten welke stoffen erin zitten. De ‘Unique Formula Identifier’(UFI) speelt hierin een belangrijke rol. Deze code helpt het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) om na een melding snel de juiste samenstelling te vinden.
Wat is de UFI?
De UFI is een unieke code van 16 tekens (een combinatie van letters en cijfers) die verplicht op het etiket van gevaarlijke producten moet staan. Je vindt de code meestal in de buurt van de gevaarsymbolen. Bijvoorbeeld: ‘UFI: 3KA0-V05W-500Y-1CPW’. Deze code is gekoppeld aan de exacte samenstelling van het product. Wijzigt de samenstelling? Dan moet er ook een nieuwe UFI komen.
Waarom is de UFI belangrijk?
Na blootstelling aan een product is het belangrijk om snel te achterhalen om welk product het gaat en welke stoffen het bevat. De productnaam alleen is daarvoor vaak niet voldoende. Deze kan te algemeen zijn (zoals ‘slotontdooier’) of is soms lastig volledig op een etiket te herkennen (bijv. om welke variant van het product gaat het nou precies?). Om dit probleem op te lossen is de UFI ingevoerd. Hiermee kunnen zelfs producten met dezelfde naam, maar met een verschillende samenstelling als gevolg van veranderingen in de loop van de tijd, van elkaar worden onderscheiden.
Als een patiënt is blootgesteld aan een gevaarlijk product, is het daarom belangrijk om de UFI te achterhalen en door te geven aan het NVIC. Dit maakt het voor het NVIC mogelijk om artsen en andere professionele hulpverleners snel en gericht advies te geven over passende behandeling of vervolgstappen.
Verplichting vanaf 1 januari 2025
De UFI maakt deel uit van de vernieuwde regels voor het aanleveren van productinformatie volgens Annex VIII van de CLP Verordening. Deze regels zijn sinds 2021 gefaseerd ingevoerd en gelden vanaf 1 januari 2025 volledig. Vanaf die datum moeten álle bedrijven de informatie over hun gevaarlijke producten, inclusief de bijbehorende UFI, hebben aangeleverd via het PCN-portaal (Poison Centre Notification) van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA). ECHA stelt deze informatie vervolgens beschikbaar aan de Vergiftigingeninformatiecentra binnen de EU.
Controle door inspecties
De volledige invoering was voor ECHA aanleiding om met een pilotproject te controleren of bedrijven zich aan de regels houden. Daarbij wordt onder meer gekeken naar de naleving van de meldplicht via het PCN-portaal en het juiste gebruik van de UFI. In Nederland voeren de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) deze controles uit. Het NVIC is actief betrokken bij de praktische uitwerking en de documentatie van dit proces.
Daarnaast start het NVIC een aanvullend project om inzicht te krijgen in hoe vaak een UFI daadwerkelijk beschikbaar is bij medische informatieverzoeken en of de bijbehorende productinformatie aanwezig is in onze database.
Zo werkt het NVIC samen met inspectiediensten aan een betere en snellere hulp bij blootstelling aan gevaarlijke producten.